Slice 1

Het gaat goed met de grote karekiet

De grote karekiet, een van de zeldzaamste broedvogels van Nederland, had in 2023 een goed jaar. Het aantal territoria van deze broedvogel nam minimaal tien procent toe ten opzichte van 2022, waarmee de licht stijgende trend zich voortzet. In de Oostelijke Vechtplassen werden circa 30 territoriale mannetjes aangetroffen. De populatie in het plassengebied moet onder andere de basis vormen voor groei en herstel van de populatie van de grote karekiet daarbuiten.

De Oostelijke Vechtplassen vormen samen met de Noordelijke Randmeren de twee kerngebieden binnen het Beschermingsproject grote karekiet van de Vogelbescherming. Hier worden maatregelen getroffen om het leefgebied voor deze soort te verbeteren, moeras en rietkragen te herstellen en wordt onderzocht of deze maatregelen helpen.

Rasters in Oostelijke Vechtplassen

In de Oostelijke Vechtplassen zijn de afgelopen jaren over een lengte van circa 8 km rasters van gaas geplaatst. Een deel van deze rasters staat in de Loosdrechtse Plassen. De rasters voorkomen dat vooral het sterk toegenomen aantal grauwe ganzen en andere watervogels de rietkragen teveel aanvreten. Hierdoor herstelt het leefgebied van de grote karekiet; die zich thuis voelt in stevige rietkragen aan open water. Het streven is dit jaar meer maatregelen voor moerasvogels te nemen in Hollands Ankeveen, Kortenhoef West en de Loosdrechtse Plassen. Een overzicht van de maatregelen vindt u op: https://vechtplassen.nl/versterken-ecologie/maatregelen-voor-moerasvogels.

Gestage groei

Het aantal territoria in 2023 in heel Nederland schat Sovon Vogelonderzoek Nederland op 100 tot 130; in 2022 waren dat er 95 tot 110. Het broedsucces van de grote karekiet was in 2023 redelijk goed met twee tot drie uitgevlogen jongen per nest. Als de gemiddelde groei zo doorgaat, kan de populatie-omvang rond 2030 circa 100 paar in de kerngebieden bedragen. Dan komt het door Vogelbescherming gewenste landelijke doel zeker uit boven 130.

De grote karekiet

De grote karekiet is duidelijk groter dan de meeste andere rietzangers; ook heeft hij een langere snavel. Kenmerkend is tevens de langzame en luide zang. De eerste grote karekieten komen eind april terug in ons land en beginnen met broeden vanaf half mei tot midden juli. De soort staat al lang op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. Een flink deel (zo’n 60 procent) van de karekieten broedt in afgeschermde rietkragen. Plaatsen van rasters kan binnen twee tot drie jaar leiden tot vestiging van grote karekieten.

Vragen of ideeën?

Laat het ons weten!

e-mail ons