Het gaat beter met de grote karekiet in de Oostelijke Vechtplassen. Door diverse maatregelen is de populatie nu weer stabiel, terwijl daarvoor het aantal paren jarenlang afnam.
Vogelexpert Jan van der Winden volgt de paren op de voet. Hij is op zoek naar een naam voor een nieuw karekietmannetje dat zich afgelopen voorjaar in het gebied heeft gevestigd.
Jan is ingeschakeld om te helpen bij de verbetering van het leefgebied voor moerasvogels. Dat is een belangrijk onderdeel van de Aanpak Oostelijke Vechtplassen. Met zijn expertise kan hij de provincie Noord-Holland, omwonenden en partners als waterschap Amstel, Gooi en Vecht, Natuurmonumenten en het Plassenschap adviseren hoe dat het beste kan.
Maatregelen om ganzenvraat te verminderen
Hij was dan ook het brein achter het grootschalig inzetten van maatregelen om schade aan het waterriet door ganzen te beperken. Eerder was hier al op kleine schaal ervaring mee opgedaan, o.a. door Natuurmonumenten in het Naardermeer. De grote karekieten hebben hoog riet nodig dat in het water staat. Dat riet is ook favoriet bij ganzen, die in te grote aantallen aanwezig zijn. “Jarenlang hebben de ganzen hun gang kunnen gaan, waardoor het leefgebied voor de karekiet en andere moerasvogels steeds slechter is geworden. Gelukkig hebben we het tij kunnen keren, onder andere door netten en rasters om rietkragen te zetten en in Loenderveen de ganzen te verjagen.”
Netten en rasters
Van 2018 tot 2020 is er een kleine 10 kilometer aan netten en rasters aangelegd rondom rietzones in de Ankeveense plassen, Kortenhoefse plassen, Wijde Blik, Loenderveense plas, Loosdrechtse plassen, de Stille plas en de Tienhovense plassen. De plekken zijn zorgvuldig uitgekozen. “Het water moet bijvoorbeeld goed diep zijn, anders kan er geen hoog riet groeien. Het moet breed genoeg zijn, het mag bijvoorbeeld geen doorgang belemmeren. We zijn begonnen met netten maar zijn al gauw overgestapt naar metalen rasters: die hadden minder snel schade en vallen minder op.”
En het resultaat? “Het werkt. Op de meeste plekken is het riet weer goed gaan groeien. En dat heeft ervoor gezorgd dat zich hier weer nieuwe grote karekieten hebben gevestigd. Als je wordt gebeld met het bericht dat iemand op een nieuwe plek een karekiet hoort zingen, dan snap je dat mijn hart een sprongetje maakt”.
Hierboven een afbeelding van een legakker waar het riet bijna verdwenen was (april 2018). Hieronder een foto van dezelfde legakker in april 2020 na het plaatsen van een raster (foto’s Jan van der Winden).
Geef jij de karekiet z’n naam?
Afgelopen zomer is een nieuw karekietmannetje neergestreken in de Loenderveense Plas. Hij vond al snel een vrouwtje en bracht jongen groot. Hij is door Jan geringd, maar heeft nog geen naam. Heb jij een voorstel? Mail jouw suggestie dan voor 21 december naar [email protected] onder vermelding van ‘naam karekiet’. Wordt jouw naam uitgekozen? Dan krijg je hierover bericht en neemt Jan je volgend jaar graag mee, om hem samen te bezoeken. “Als hij terugkomt, want dat is natuurlijk altijd weer heel spannend!”
Update 21 dec 2021: Inmiddels is er een naam gekozen: Bink. Het karekietmannetje vestigde zich op een nieuwe plek, een echte avonturier dus! Zijn zang draagt tot wel 1.500 meter ver. De naam Bink vonden wij stoer, krachtig en heel passend. De inzender gaat dit voorjaar met Jan op pad om Bink op een afstand te bekijken.
Meer grote karekieten
“Het is natuurlijk mooi dat we de afname van de populatie hebben kunnen stoppen. Maar we zijn er nog niet. In de jaren ’50 waren er meer dan 5.000 grote karekietparen in Nederland. Dat aantal is gekelderd naar minder dan 100. De Oostelijke Vechtplassen is één van de twee belangrijkste locaties waar we het leefgebied voor deze unieke vogel kunnen vergroten. Hier strijken jaarlijks nu ongeveer 15 paren neer, dat aantal moet omhoog naar 50”.
Daarom zijn meer maatregelen nodig: er komen bijvoorbeeld nieuwe rietoevers op de gronden van Natuurmonumenten en overheden. “Hopelijk leiden deze acties ertoe dat we nieuwe paren in de Vechtplassen kunnen verwelkomen. Oudere mensen herkennen de grote karekiet waarschijnlijk nog van z’n kenmerkende gezang. Laten we hopen dat jongeren dit straks ook kunnen”.
Over Jan van der Winden
Jan van der Winden is geen onbekende in het gebied. Hij is al in de jaren ’80 begonnen met onderzoek naar de moerasvogels in de Oostelijke Vechtplassen. Eerst uit pure interesse, later professioneel. Van jongs af aan is hij geïnteresseerd in vogels, en dan met name vogels in dynamische landschappen: landschappen (zoals de Oostelijke Vechtplassen) die onder invloed van bijvoorbeeld stroming van oppervlaktewater veranderen. “Omdat de mens steeds meer invloed krijgt op de natuur, wordt het landschap steeds minder dynamisch. En wordt het leefgebied van bijzondere vogels als de grote karekiet, maar ook bijvoorbeeld de roerdomp, steeds slechter. Met de mogelijkheden die de aanpak Oostelijke Vechtplassen nu biedt, kunnen we deze ontwikkeling stoppen. Daarom help ik graag aan deze aanpak mee”.