Bureau Arcadis heeft de afgelopen maanden een evaluatieonderzoek uitgevoerd naar de organisatie en uitvoering van het Gebiedsakkoord Oostelijke Vechtplassen.
Zij deed dat in opdracht van de 21 partners die het akkoord in 2017 ondertekenden en daarbij afspraken na 3 jaar een tussentijdse evaluatie uit te voeren waarbij de onderlinge samenwerking centraal staat. Arcadis haalde op wat goed gaat en formuleerde aanbevelingen voor wat beter kan. De stuurgroep heeft daarop besloten de organisatie op een aantal punten aan te passen.
Op basis van interviews met direct betrokkenen, een aantal werksessies binnen de organisatie en een openbare (digitale) bijeenkomst voor bewoners en belanghebbenden, zijn ervaringen opgehaald. Daaruit blijkt dat de partners – ook na 3 jaar – tevreden zijn over de samenwerking, de netwerkfunctie en de budgetten die vanwege het akkoord bij elkaar gebracht zijn. ‘Het gebiedsakkoord is goed uit de startblokken gekomen maar staat – nu er belangrijke beslissingen moeten worden genomen – ook voor uitdagingen’, schrijft Arcadis. Tussen de projecten is de inhoudelijke samenwerking beperkt en wordt minder synergie behaald dan mogelijk. Een aantal projectleiders is bezorgd over budget en capaciteit terwijl in de programmasturing vooral de voortgang van de projecten domineert.
Daarnaast blijkt de verdeling van de 3 pijlers waarop het gebiedsakkoord is gebaseerd – ontwikkelen vrijetijdslandschap, versterken ecologische waarden en transformatie van de recreatiesector – onvoldoende in evenwicht. De laatstgenoemde bijvoorbeeld loopt volgens een aantal partners iets achterop. Ook gaat het een aantal partijen niet snel genoeg: er is behoefte aan concrete resultaten. Een deel van de bewoners en grondeigenaren vindt dat hun belangen onvoldoende goed worden meegenomen.
Aanbevelingen
Arcadis adviseert het werken aan vertrouwen centraal te zetten in de processen. Om dit voor alle projecten op eenzelfde manier toe te passen, is het verbeteren van de samenhang tussen projecten belangrijk net als het inrichten van een goed functionerend programmabureau. De programmasturing zou zich meer moeten richten op gezamenlijke doelen en ambities en minder op de voortgang. Heel concreet is de aanbeveling om op korte termijn een strategisch omgevingsmanager in de arm te nemen die de samenhang bewaakt vanuit het perspectief van de bewoners, grondeigenaren, ondernemers en gebruikers. Daarnaast heeft het ingewikkelde proces van bestuurlijke besluitvorming aandacht nodig evenals de financiële basis voor het akkoord in relatie tot bestaande en nieuwe initiatieven.
De programmamanager werkt de komende tijd, samen met een klein kernteam, de aanbevelingen uit het rapport uit tot concrete acties.